van last naar lust
 
Wet en regelgeving voor het kleinschalig verbranden van mest
 
Verbrandingsinstallaties zijn gebonden aan strikte regels. De regels zijn gebonden aan omvang van de installatie en het materiaal wat verbrand wordt. Voor de omvang zijn er drie categorien. Kleiner dan 15 Mwth. Tussen 15 Mwth en 50 Mwth en groter dan 50 Mwth. Mwth staat voor megawatt thermisch wat het zelfde is als 1000 Kwth (kilowatt thermisch). Voor verbranden van mest op bedrijfs- of regionaal niveau zal vrijwel altijd de categorie kleiner dan 15 Mwth gelden. Voor het te verbranden materiaal zijn er drie categorien. Biomassa, biomassa-afval en geen biomassa of afval. De definitie van biomassa is volgens het Activiteitenbesluit voor verbrandingsinstallaties als volgt omschreven.
 
a. producten die bestaan uit plantaardig landbouw- of bosbouwmateriaal dat gebruikt kan worden als brandstof om de energetische inhoud ervan te benutten;
 
b. de volgende afvalstoffen:
 
1º. plantaardig afval uit land- of bosbouw;
 
2º. plantaardig afval van de levensmiddelenindustrie, indien de opgewekte warmte wordt teruggewonnen;
 
3º. vezelachtig plantaardig afval afkomstig van de productie van ruwe pulp en van de productie van papier uit pulp, indien het op de plaats van productie wordt meeverbrand en de opgewekte warmte wordt teruggewonnen;
 
4º. kurkafval;
 
5º. houtafval, met uitzondering van houtafval dat ten gevolge van een behandeling met houtbeschermingsmiddelen of door het aanbrengen van een beschermingslaag gehalogeneerde organische verbindingen dan wel zware metalen kan bevatten;
 
Relevante informatie op de RWS Leefomgeving site
 
 
 
Houtachtige gewassen
Houtachtige gewassen worden gezien als biomassa indien de aard van het materiaal overeenkomt met producten uit de bosbouw. Dit betekent dat ook snoeihout uit parken en lanen ingezet kan worden onder de noemer biomassa. Dit is een ruime invulling van het begrip "afkomstig uit de land- of bosbouw" in de definitie van biomassa.
 
(Kippen)mest
Mest is geen biomassa volgens de definitie van biomassa. Mest is een dierlijk bijproduct volgens de Verordening dierlijke bijproducten (1069/2009 en uitvoeringsverordening 142/2011). Deze verordening bepaalt onder meer dat dierlijke bijproducten mogen worden ingezet als stookbrandstof. Omdat er sprake is van een dierlijk (bij)product kan er onmogelijk sprake zijn van biomassa. Op basis van de Kaderrichtlijn afvalstoffen en de daaruit voortvloeiende jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie is het afval. Daarom is hier paragraaf 5.2 van het Activiteitenbesluit van toepassing. (jurisprudentie: de zgn spaanse mestarresten EhvJ 8-9-2005 C-416/02 en C-121/03).
 
Voor installaties kleiner dan 15 Kwth geld dat als biomassa gestookt wordt, dat voldaan moet worden aan paragraaf 3.2.1 van het activiteitenbesluit. Als afval gestookt wordt dan gelden de regels van paragraaf 5.2 die aanzienlijk strenger zijn.  Klik hier voor de betreffende paragrafen.
 
Probleem
Mest valt niet in de categorie 'biomassa' maar in de categorie 'afval'.  Een belangrijke route om fosfaat terug in de kringloop te brengen, middels kleinschalige verbranding, wordt hierdoor vrijwel onmogelijk. Om een goede kachel voor mest te maken die aan 3.2.1. eisen voldoet wordt een kachel een factor drie keer duurder dan een kachel op schoonhout. Moet een kachel waarin mest verbrand wordt aan de 5.2 eisen van afval voldoen dan wordt de kachel wel een factor 10x duurder dan een kachel op hout. Wanneer een kachel geen 100.000,- kost maar 300.000,- dan zijn er mogelijkheden om de ekstra investering terug te verdienen. Als een kachel echter 1000.000,- gaat kosten dan is er van terug verdienen geen spraken meer.
 
Oplossing
 
Om hergebruik van afval mogelijk te maken kan afval als bijproduct aangewezen worden. Er moet dan aan de volgende voorwaarden voldaan worden.

Een stof of voorwerp dat ontstaat bij een productieproces dat in de eerste plaats bedoeld is voor de productie van een andere stof of voorwerp, kan alleen als een bijproduct (en niet als een afvalstof in de zin van artikel 3, punt 1), worden aangemerkt, als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • het is zeker dat de stof of het voorwerp zal worden gebruikt
  • de stof of het voorwerp kan onmiddellijk worden gebruikt zonder verdere andere behandeling dan die welke bij de normale productie gangbaar is
  • de stof of het voorwerp wordt geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces
  • verder gebruik is rechtmatig, met andere woorden: de stof of het voorwerp voldoet aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het specifieke gebruik en zal niet leiden tot over het geheel genomen ongunstige effecten op het milieu of de menselijke gezondheid.

Een stroomschema als hulpmiddel om te bepalen of het gaat om een bijproduct of afvalstof staat in het het achtergronddocument (pdf) op de website van het Landelijk Afvalbeheerplan.

Omdat bijvoorbeeld  bermgras aan deze eisen voldoet heeft het de status van biomassa-afval gekregen en mag onder het lichte regieme 3.2.1 in verbrandingsinstallaties kleiner dan 15 Mwth verbrand worden.
 
De vraag is of mest ook aan deze eisen voldoet en kan promoveren naar de status van bijproduct en derhalve als biomassa-afval aangemerkt kan worden. Er is dan nog wel een vergunning nodig maar de regels van paragraaf 3.2.1. gelden dan i.p.v de huidige 5.2 regels. In het artikel aan het einde van deze pagina staat te lezen dat 'Brussel' indeze een belangrijk besluit genomen heeft wat het verbranden van mest op kleine schaal en dus het terug winnen van fosfaat mogelijk maakt. "By reclassifing poultry manure as an animal byproduct, it may soon be combusted on farms according te EU regulation".
 
Voor meer informatie klik op de link hieronder.
 
 
biomassa_in_het_activiteitenbesluit[1].pdf
Emissie eisen tabel

Bron: klik hier
 
 
 
 
Hieronder een tekst die aangeeft dat Brusselse regelgeving verandert.

Juni 2014

EU pluimveehouders mogen kippenmest gebruiken als energiebron.
De Europese pluimveesector zou vanaf juli duurzamer moeten worden. Vanaf dan zal het in de EU immers
toegelaten zijn om pluimveemest te gebruiken als energiebron op de boerderij.
Vanaf 15 juli mogen alle pluimveehouders uit de Europese Unie hun pluimveemest vebranden om energie op te
wekken. Dit wordt mogelijk gemaakt door een verandering in de wetten op de dierlijke bijproducten, die het op de
boerderij verbranden van pluimveemest voor brandstof toelaten. De vernieuwde wetten werden gepubliceerd in de
officiële periodiek van de EU, editie juni.
Duncan Priestner, de voorzitter van de landbouwers in het VK, is ervan overtuigd dat dit een enorme stap
voorwaarts betekent voor de pluimvee-industrie, een evolutie die nieuwe technologieën en het gebruik van
boerderij bijproducten mogelijk zal maken. Dit is goed voor zowel de handel als het milieu, doordat de
pluimveehouder minder afhankelijk zal zijn van traditionele energiebronnen. Dit brengt ook andere voordelen met
zich mee: gezondere kippen, verminderde bioveiligheidsrisico’s en mogelijkheden om de nutriëntenrijke assen te
gebruiken op de akkers.(bron: Watt Poultry)

 

 

Wettekst verbranden kippenmest Brussel juli 2014.pdf
PDF – 356,9 KB

Verordening (EU) nr. 142/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)      Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)      de titel van artikel 6 wordt vervangen door:

"Artikel 6
Verwijdering door verbranding, verwijdering of hergebruik door meeverbranding en gebruik als brandstof"

In de wettekst staat o.a. het volgende te lezen:

Gebruik van assen toegestaan

Residuen van het stoken van kippenmest, met name as, zijn een rijke bron van mineralen en mogen worden verzameld voor de productie van minerale meststoffen, en de Commissie ontwikkelt momenteel EU-wetgeving voor dergelijke residuen. Daarom moet worden voorzien in de mogelijkheid om van de stookresiduen gebruik te maken in plaats van ze als afval te verwijderen.

Verbranden andere mestsoorten wordt overwogen

Op dit moment beschikt de Commissie alleen over voldoende bewijs van technologieën waarbij kippenmest op landbouwbedrijven als brandstof kan worden gebruikt zonder nadelige effecten voor het milieu en de gezondheid van de mens. Als de Commissie de beschikking krijgt over bewijsmateriaal waaruit blijkt dat mest van andere diersoorten als brandstof kan worden gebruikt terwijl een vergelijkbare mate van bescherming van het milieu en de gezondheid van de mens wordt gegarandeerd, kunnen de relevante bepalingen van Verordening (EU) nr. 142/2011 dienovereenkomstig worden herzien.

Harmonisatie stimuleerd ontwikkelingen

Geharmoniseerde, samenhangende voorschriften voor de beperking van risico's voor de menselijke en dierlijke gezondheid en het milieu die voortkomen uit het gebruik van mest als brandstof in stookinstallaties op landbouwbedrijven zouden ook bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van technologieën voor stookinstallaties die kippenmest gebruiken op het landbouwbedrijf als duurzame brandstofbron.